top of page

Kinderarts

Richtlijn        Hulpmiddelen        Supplementen        Samenvattingskaart        Richtlijn volledig        Downloads en Links        Totstandkoming

Diagnostische taken

De kinderarts:

  • onderkent dat het inschatten van de mate van hyperbilirubinemie aan de hand van de geelheid van de huid, vooral bij kunstlicht en bij pasgeborenen met een donkere huidskleur, onbetrouwbaar is.

  • verricht bij de pasgeborene die binnen 24 uur na de geboorte geel is een totaalserumbilirubine (TSB) en aanvullende diagnostiek.

  • verricht een bilirubinebepaling bij twijfel over de mate van geel zien of wanneer de pasgeborene geler lijkt in relatie tot de leeftijd (ouder dan 24 uur).

  • interpreteert de uitslagen van de bilirubinebepaling op basis van leeftijdspecifieke referentie-intervallen in uren en risicogroep (bilicurve) kwaliteitsindicator.

  • gebruikt bij het toepassen van de bilicurve het totaal serumbilirubine en trekt de geconjugeerde fractie er niet van af.

  • bepaalt aan de hand van de hoogte van het TSB, de leeftijd van de pasgeborene, de pathologie en de wijze waarop de hyperbilirubinemie zich ontwikkelt óf en wanneer het TSB herhaald moet worden.

  • verricht diagnostiek naar de oorzaak van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene met hyperbilirubinemie waarvoor behandeling noodzakelijk is en/of als het TSB sneller stijgt dan op grond van de bilicurve verwacht werd.

  • overweegt bij de gele pasgeborene bij wie in de familie G6PD deficiëntie voorkomt of afkomstig is uit een regio waar G6PD-deficientie frequent voorkomt het bepalen van de G6PD-activiteit.

  • overweegt bij de gele pasgeborene bij wie in de familie sferocytose voorkomt het spectrinegehalte van de erythrocyten te bepalen (op de leeftijd van minimaal 3 maanden).

  • realiseert zich dat, als ondanks intensieve fototherapie, de TSB-waarde niet daalt of zelfs stijgt hemolyse zeer waarschijnlijk is. Aanvullend onderzoek is dan aangewezen.

  • bepaalt serumalbumine als een wisseltransfusie overwogen wordt en betrekt de bilirubine:albumine ratio samen met het TSB in de beoordeling of een wisseltransfusie verricht moet worden.

  • overweegt vooral bij de zieke pasgeborene met hyperbilirubinemie het serum albumine te bepalen. Een waarde lager dan 30 g/l is een risicofactor voor bilirubine neurotoxiciteit, zodat de pasgeborene in een hogere risicogroep komt.

  • verricht bij de zieke pasgeborene of de pasgeborene die op de leeftijd van 3 weken geel ziet een totale en geconjugeerde bilirubineconcentratie, met het oog op de identificatie van een vorm van neonatale cholestase.

  • ziet de pasgeborene met een verhoogde geconjugeerde bilirubine binnen 2 werkdagen voor onderzoek naar de oorzaak en heeft vervolgens overleg met een centrum.

  • verricht bij de pasgeborene met een geconjugeerde hyperbilirubinemie onderzoek naar de aanwezigheid van een urineweginfectie als onderdeel van het aanvullend onderzoek.

bottom of page