top of page

Kinderarts

Richtlijn        Hulpmiddelen        Supplementen        Samenvattingskaart        Richtlijn volledig        Downloads en Links        Totstandkoming

Taken behandeling hyperbilirubinemie

De kinderarts:

  • behandelt de pasgeborene met hyperbilirubinemie, indien geïndiceerd, met fototherapie en/of wisseltransfusie.

  • gebruikt de aanbevelingen voor de behandeling van hyperbilirubinemie zoals weergegeven in de bilicurve naar risicogroep, TSB-waarde en leeftijd in uren en tabellen fototherapie en wisseltransfusie.

  • waarborgt bij de pasgeborene met hyperbilirubinemie die fototherapie ondergaat voldoende voeding- en vochtinname. Bij de borstgevoede pasgeborene is dit bij voorkeur borstvoeding, zo nodig aangevuld met afgekolfde moedermelk. Als dit niet beschikbaar is dan met kunstvoeding. Als enterale voeding niet goed wordt verdragen is parenterale vochttoediening nodig. Als het TSB verder stijgt ondanks intensieve fototherapie kan de borstvoeding tijdelijk vervangen worden door kunstvoeding.

  • start bij de pasgeborene met een hyperbilirubinemie rond de wisseltransfusiegrens zo snel mogelijk intensieve fototherapie.

  • geeft de pasgeborene met een bloedgroepantagonisme waarbij het TSB (ondanks intensieve fototherapie) de wisselgrens nadert intraveneus gammaglobuline (0.5-1.0 g/kg in 3-4 uur i.v.). Zo nodig kan deze dosis 12 uur later herhaald worden.

  • overweegt vooral bij de zieke pasgeborene met hyperbilirubinemie het serumalbumine te bepalen. Een waarde van lager dan 30 g/l is een risicofactor voor bilirubine neurotoxiciteit, zodat de pasgeborene in een hogere risicogroepkomt.

  • verricht bij de pasgeborene die geel is met tekenen van acute bilirubine encefalopathie (zoals hypertonie, overstrekken, retrocollis, opisthotonus en hoog huilen) direct een wisseltransfusie, zelfs als het TSB dalende is.

  • bepaalt het serumalbumine als een wisseltransfusie overwogen wordt en betrekt de bilirubine:albumine ratio samen met het TSB in de beoordeling of een wisseltransfusie verricht moet worden.

  • kan overwegen bij hyperbilirubinemie boven de wisseltransfusiegrens en een serumalbumine van lager dan 20 g/l, voorafgaande aan een wisseltransfusie albumine (1 g/kg in 1 uur i.v.) toe te dienen.

  • die bij een pasgeborene een wisseltransfusie verricht moet de procedures hieromtrent kennen en moet expertise en de werkomgeving hebben om de wisseltransfusie lege artis uit te voeren. Dit omvat cardiorespiratoire monitorbewaking en de mogelijkheid complicaties op te vangen.

  • kan aanbevelingen m.b.t. het staken van fototherapie gebruiken vanuit de box "staken fototherapie".

bottom of page